Kaspische Paarden
Het Kaspische paard is zo’n bijzonder ras met zo’n lange turbulente geschiedenis, daar willen wij erg graag meer bekendheid aan geven. Bewijs dat een paard van het Kaspische type al 3.000 jaar voor onze jaartelling bestond werd gevonden in zeer oude geschriften en kunstvoorwerpen. Historici dachten echter dat het Kaspische paard van het toenmalige Perzië al sinds zo’n duizend jaar was uitgestorven tot hun herontdekking in 1965 door Louise Firouz.
Uiterlijke kenmerken:
De bouw van het Kaspische paard is dat van een klein paard, niet van een pony. Het is een elegant, intelligent en veelzijdig klein paard. De botstructuur is fijn, de benen zijn sterk en smal en de hoeven zijn hard. Er zijn markante verschillen tussen de schedel van het Kaspische paard en dat van andere paardenrassen. Er is echter een duidelijke overeenkomst met de schedel van het Arabisch volbloed paard. Door hun bouw heeft het Kaspische paard een ruime gang, een goede galop en een zeer goed rengalop en zijn het fantastische springers.
Karakter eigenschappen:
Kaspische paarden zijn mensgerichte paarden en hebben graag een band met je. Ze zijn bijzonder nieuwsgierig, vriendelijk, erg intelligent en werkwillig.
Daarnaast is het een gezond en sterk ras met goede en harden hoeven.
De schofthoogte van een Kaspisch paard is gemiddeld tussen 112-127 cm.
Overige kenmerken:
Louise Firouz was een Amerikaanse en beheerde met haar (toen nog) Perzische echtgenoot een grote stoeterij in Norouzabad, net buiten Teheran. Zij was al lang op zoek naar een klein type rijpaard voor haar kinderen en had gehoord dat er kleine paarden, ‘Mouleki’ of ‘Pouseki’ genaamd, voorkwamen in een geïsoleerd gebied in de Mazanderan provincie. Zij vond inderdaad twee hengsten en een merrie aan de zuidkust van de Kaspische Zee.
DNA van deze paarden werd vergeleken met het DNA van zeer oude botten welke bij opgravingen in Hamadan waren gevonden. De voorvaderlijke positie van het Kaspische paard van vandaag is daardoor herkend en het Kaspische ras is waarschijnlijk ouder dan het Arabisch.
Op een reliëf op de stenen trap van het oude paleis van Persepolis is te zien hoe Koning Darius de Grote (586-522 voor Christus) paarden van het Kaspische type ten geschenke krijgt. Een koning’s geschiktheid om te regeren werd beoordeeld aan zijn moed en bekwaamheid bij het doden van de leeuwen die werden losgelaten in zijn wildpark.
De snelheid en wendbaarheid van de paarden die werden ingespannen voor een strijdwagen waren daarbij van levensbelang. Het cylinder-vormige koninklijk zegel van Koning Darius draagt dan ook een afbeelding van zo’n paardje, nog een bewijs van de waardering dat het Kaspische paard ten deel viel.
Tussen 1965 en 1974 werden nog 27 van deze paarden gevonden. Deze “Foundation horses” vormden de basis voor de voortzetting van dit ras buiten Iran. Vandaag leven er buiten Iran, wereldwijd, ongeveer 1000 van deze bijzondere paarden.