Mangalitza Varken

Het Mangalitza (of: Mangalica) varken komt oorspronkelijk uit Hongarije en Noord Servië en ontstond halverwege de 19e eeuw uit een kruising tussen Sercische Sumadia-, Szaltonser- en Balkonyervarkens. Tot 1950 was het een populair ras met 30.000 varkens in Hongarije. Door de vraag naar slanker en kostefficiënter varkensvlees waren deze prachtige dieren in 1970 bijna uitgestorven.
De naam Mangaliza kan zijn afgeleid van het Servo-Kroatische “mangala svinija”, varken dat zich goed voed”. “Mangulica” of “Mangulac”, licht vet wordend of van het Roemeense “mancare”, wat eten betekend.

Uiterlijke kenmerken:
Door zijn krullerige vacht staat de Mangalitza ook wel bekend als wolvarken. Ze komen nu in drie vachtkleuren voor. De meest voorkomende kleur is blond (in het Hongaars Szöke), daarna rood (in het Hongaars Vörös) en het minst voorkomende kleur is zwaluwbuik (in het Hongaars Fecskehasu).
Dankzij deze vacht en extreem hoge vetpercentage kunnen ze temperaturen tot wel -30 graden trotseren.
De beren moeten een schofthoogte hebben van 70 – 80 cm, de zeugen 65 – 80 cm. De beren wegen tussen de 150 en 200 kilo, de zeugen tussen de 120 en 160 kilo.

Karakter eigenschappen:
De Mangalitza is een echt spekzwijn, met goede moedereigenschappen. Ze zijn zeer beweeglijk en goed te houden als scharrelvarken. Ze kunnen goed buiten verblijven, maar vinden een plek waar ze droog in het stro kunnen liggen wel erg prettig.
Zowel de zeugen als de beren zijn vriendelijk en rustig en hebben een sociaal karakter. Het is wel belangrijk dat ze niet alleen gehouden worden en de ruimte hebben.
De zeugen krijgen relatief kleine worpen, zo rond de 6 – 8 biggen per worp.

Overige kenmerken:
De Mangaliza is met geen enkel ander vleesvarken te vergelijken en is bij uitstek een bijzonder luxe vlees- en vetvarken en staat bekend als een exclusief product. De meesten zijn kruisingen van meerdere rassen om grotere dieren, meer vlees en meer biggen te krijgen. Het Mangalitza is daarentegen honderd procent raszuiver. Het is een oorspronkelijk Europees spekzwijnras en verwant is aan het wilde zwijn. Aanvankelijk werd het gecreëerd voor de Habsburger Royalty en is sinds 1833 onveranderd gebleven. Het groeit langzamer, is later geslachtsrijp en heeft minder biggen, maar is robuuster en sterker.

Niet alleen de onderhuidse vetlaag van dit varken is veel dikker, het vlees is ook duidelijk zichtbaar dooraderd met vet. Het vlees is volgens velen het beste varkensvlees op de markt en het vet is ook vloeibaarder met een lager smeltpunt.
Mangaliza vet is meervoudig onverzadigd vet. Het Omega-3 gehalte is tot drie keer hoger dan bij vis en smelt op de tong. Door regelmatig te eten neemt de cholesterol af en zijn daarom goede vetten. Tijdens de bereiding houdt het vlees zijn vocht mooi vast en het is bijzonder mals. Het vet kan ook prima gebruikt worden om in te bakken.
Mangalitza’s zijn na anderhalf tot twee jaar buiten lopen klaar voor de slacht. Terwijl een gemiddeld varken al na zes maanden slachtrijp. Dat verklaart deels de hogere prijs van het vlees. Het roze vlees krijgt door al dat gezonde vet een volle, intense smaak. Helemaal wanneer het vlees wordt gebakken in het smeltvet van het varken.

Door deze bijzondere kenmerken was jarenlang de Mangalitza een populair ras. De intensivering van de varkenshouderij, met zijn voorkeur voor de Engelse rassen, betekende bijna de ondergang van het varken. De langzame ontwikkeling bij de Mangaliza is geen nadeel, omdat het daarmee een robuust, dicht bij de natuur staand varken is gebleven.